Zorgplicht advocaat

Een advocaat heeft tegenover zijn cliënt een zorgplicht. Dit is opgenomen in artikel 7:104 van het Burgerlijk Wetboek. Begin dit jaar is er een uitspraak gedaan door de Hoge Raad die ziet op de zorgplicht van advocaten. In dit arrest is bepaald dat een advocaat in uitzonderlijke gevallen ook een zorgplicht heeft jegens anderen dan zijn cliënt.

De zaak
Het gaat in dit arrest over een kwestie uit 2005. Er zijn toen twee bedrijven failliet gegaan. Een van de bedrijven heeft een vliegtuig verkocht. De opbrengst van de verkoop van dit vliegtuig is toen niet aan de schuldeisers betaald, maar is in plaats daarvan aan een verwant derde bedrijf overgemaakt. Hierdoor hebben de bedrijven en hun schuldeisers schade geleden. De curatoren in deze zaak probeerden het desbetreffende advocatenkantoor hoofdelijk te laten veroordelen tot betaling van de schade, een ruime twee miljoen euro plus de wettelijke rente. De advocaat zou namelijk meegewerkt hebben aan het besluit het bedrag over te maken naar een derde bedrijf in plaats van naar de schuldeisers.
Nu is het de vraag in deze kwestie in hoeverre van de advocaat kan worden verwacht dat hij zelf onderzoekt of er voor derden nadelen zijn verbonden aan een opgedragen handeling. Ook wanneer de advocaat aanwijzingen noch kennis over deze nadelen heeft.
Maatstaf

De adviezen van een advocaat moeten juridisch en feitelijk juist zijn. Naar aanleiding van deze adviezen nemen cliënten namelijk een besluit. Wanneer de cliënt niet goed geïnformeerd is, kan dit ertoe leiden dat hij een besluit neemt met nadelige gevolgen. Hiervoor kan de advocaat dus aansprakelijk gesteld worden. In de rechtspraak is een maatstaf ontwikkeld voor het onzorgvuldig handelen van een advocaat. Deze maatstaf houdt in dat een advocaat had moeten (kunnen) voorzien dat een advies moeilijkheden met zich mee zou brengen op basis van de tijdens de kwestie bestaande rechtspraak en literatuur.

De Hoge Raad
De rechtbank heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat de advocaten in deze zaak onrechtmatig hebben gehandeld. Van de advocaten in kwestie werd verwacht dat ze nader onderzoek hadden gedaan voor er aan het besluit werd meegewerkt. Het Hof heeft in het hoger beroep de vordering die de curatoren hebben gedaan echter afgewezen. De advocaten hadden volgens de rechter van het Hof dus niet onrechtmatig gehandeld. De Hoge Raad heeft in cassatie geoordeeld dat “onder omstandigheden een advocaat gehouden kan zijn rekening te houden met hem bekende of redelijkerwijs kenbare, gerechtvaardigde belangen van derden.” Wanneer de advocaat deze belangen kent, moet hij de dienstverlening op deze belangen afstemmen. “Daarbij valt te denken aan het ontraden van een voorgenomen transactie of het waarschuwen van de cliënt voor de risico’s“. Bij een kwestie zoals deze hoeft een advocaat geen rekening te houden met de belangen van derden bij een voorgenomen financiële transactie. Tenzij de advocaat uit de stukken die hij van cliënt heeft gekregen kan afleiden dat de belangen van een derde op onaanvaardbare wijze kunnen worden geschaad door de van hem gevraagde dienstverlening.

Een advocaat hoeft tijdens zijn werkzaamheden dus in beginsel geen rekening te houden met de belangen van derden bij een voorgenomen financiële transactie van zijn cliënt.

 

Geen reactie's

Geef een reactie