Huurbescherming van weeskinderen is goed geregeld!

Huurbescherming van weeskinderen is goed geregeld!

Door Floor Soffers.

Als je ouders overlijden komt er veel op je af. Als je nog bij je ouders woonde wil je natuurlijk het liefst in deze woning blijven wonen. Op 1 januari 2024 is de Wet huurbescherming weeskinderen in werking getreden. Deze wet heeft belangrijke veranderingen in het Nederlandse huurrecht gebracht met als doel betere huurbescherming te bieden aan weeskinderen. Deze wet is al een tijdje in werking getreden, maar in de praktijk is gebleken dat er misverstanden zijn ontstaan over deze wet.

De Wet huurbescherming Weeskinderen regelt dat personen tussen de 16 en 28 jaar oud in de huurwoning mogen blijven wonen als de ouders zijn overleden. Verhuurders moeten kort na het overlijden van de ouder informatie geven over de toekomstige woonsituatie en het huurcontract verlengen tot en met het 27ste levensjaar.

Situatie vóór de Wet huurbescherming weeskinderen
Artikel 7:268 BW bepaalt de regels over de voortzetting van de huurovereenkomst na het overlijden van de huurder. Dit artikel hield in dat iemand na het overlijden van de ouders alleen in de woning kon blijven wonen als deze  medehuurder was, of er sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. In de meeste gevallen was dit niet aan de orde.

Deze nieuwe wet heeft hier verandering in gebracht. Onder de nieuwe wetgeving hoeven weeskinderen juist niet meer het vrijwel onmogelijke te bewijzen; dat zij van plan waren de rest van hun leven bij hun ouder(s) te blijven wonen.

Pas op het moment dat het weeskind 28 jaar wordt, vindt een toetsmoment plaats. Dan wordt beoordeeld of deze ‘andere passende woonruimte kan verkrijgen’. Daarbij wordt onder andere gekeken of het inkomen toereikend is voor bijvoorbeeld een huurwoning of kamer. Dat zal, zo is de ervaring, best snel het geval zijn. Toch hanteren sommige verhuurders nog steeds deze strikte uitleg, wat regelmatig tot verwarring en misverstanden leidt.

Nog even kort de voorwaarden op een rij:

Er moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden:

  1. De wees heeft de leeftijd van 16 bereikt, doch niet de leeftijd van 28 jaar. Als deze de leeftijd van 16 of 17 jaar heeft, dan moet er toestemming zijn van de wettelijk voogd om het contract voort te zetten;
  2. De wees heeft diens hoofdverblijf bij de overleden huurder/huurders (ouder(s)); en
  3. De wees geeft aan dat deze door het overlijden van de huurder(s) ouderloos is geworden.
  4. De wees kan de huurprijs of de verlaagde huurprijs betalen.
  5. Er is sprake van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Dit houdt in dat de bewoners van de huurwoning minimaal twee jaar een gezamenlijke huishoudingen hebben gevoerd.

Ook in het geval dat één van beide ouders is overleden, maar de andere ouder volledig buiten beeld is, kan een kind in bepaalde gevallen als “ouderloos” aangemerkt worden en van de regeling gebruik maken.

Loop je tegen problemen aan en wil je meer informatie over dit onderwerp? Neem dan gerust en vrijblijvend contact op met ons kantoor. Dit kan via ons telefoonnummer 071-529 29 99 of via onze e-mail info@clavesadvocaten.nl

Geen reactie's

Geef een reactie